Na bijna 3 maanden wachten viel mijn brevet op de mat! Na de eerste vluchten naar Rotterdam en Zeeland (zie mijn Instagram: @BartPPL) besloten we afgelopen dinsdag naar ‘Le Touquet’ te vliegen. Een schattig Frans kustplaatsje, net onder Calais. Op slechts anderhalf uur vliegen en met de baan nagenoeg op het strand, leek ons dit een goede eerste internationale bestemming. En inderdaad: na twee nagenoeg perfect gelopen vluchten, een doos wijn en de meest smerige koffie ooit kijken we terug op een prachtig avontuur!

De voorbereidingen beginnen al een aantal dagen voor vertrek. Omdat dit mijn eerste reis is die ons over drie landen brengt, door allerlei luchtruimen heen en zonder echte hoogte restricties, besteed ik veel tijd aan het maken van de route zelf. Vooral het luchtruim in België is volgepropt met ‘restricted’, ‘danger’ en ‘prohibited’ zones, allerlei klassen luchtruim, parachute- en zweefvlieggebieden en geluidsgevoelige gebieden. Ik plan een route langs de kust op ruim 2 km hoogte om de meeste van deze gebieden te ontwijken. De hoogte die we daadwerkelijk kunnen vliegen hangt af van de bewolking: ik mag niet door de wolken vliegen dus als deze laag hangen, moeten wij ook laag blijven.
Na het maken van de primaire route maak ik een alternatieve route en breng ik alle uitwijkvliegvelden onderweg in kaart, waaronder Oostende en Calais. De route staat op mijn iPad en telefoon, maar ik print alles ook op papier en klad deze vol met aantekeningen.

Uiteindelijk kijk ik naar de bijzondere berichten van het vliegveld en wat blijkt: de luchtverkeersleiding is niet aanwezig gedurende de schoolvakantie! Communicatie gaat dan ‘air to air’, in het Frans. Ja, dat beheers ik dus niet. Dat is balen! Ik verbaas me: ik heb het vliegveld nog gemaild met de expliciete vraag of er Engelssprekende verkeersleiders aanwezig zijn. Hier kreeg ik positief antwoord op. Toch maar bellen en wat blijkt: toevallig zijn die dag de luchtverkeersleiders wel aanwezig, behalve van 13:30 tot 15:00 voor de lunch. Dat moet een flinke lunch zijn!
Alle seinen staan op groen: vrij van werk, vliegtuig beschikbaar, goed weer en een vliegveld dat daadwerkelijk geopend is.
De volgende dag is het zo ver! Na een korte nacht gaat de wekker om 06:00 af en terwijl Martin ons naar het vliegveld rijdt, bekijk ik de laatste route- en weerupdates. Het belooft een mooie dag te worden langs de gehele route, met in de middag wat laaghangende bewolking.
Na aankomst op het vliegveld maken we in alle vroegte het vliegtuig klaar en besluiten we deze vol te tanken met kerosine, zodat we op dezelfde tank terug kunnen vliegen. Met een volle tank kan dit vliegtuig zo’n 5 uur in de lucht blijven en met twee vluchten van 1,5 uur hebben we dus nog 2 uur reserve: meer dan genoeg.
Het is altijd fijn om een golf kerosine over je schoenen te krijgen ter bevestiging van een volle tank. Dus na het opruimen van de troep stappen we in. Headsets op, alles instellen en voor de zekerheid een ‘noodroute’ in de GPS van het vliegtuig zelf programmeren. Martin heeft de GoPro met microfoon geïnstalleerd en een kort filmpje van de vlucht staat op mijn Instagram en onderaan dit blog.

Take-off!
“Klaar voor?” vraag ik Martin. Een resolute “ja” terug en ik schuif de gashendel rustig naar voren. De propeller verstelt zijn hoek, ik hoor de turbo fluiten en kort erna breng ik de neus omhoog. We klimmen naar 3000 voet, ongeveer 1 km hoogte, nemen afscheid van Breda Airport en melden ons bij de algemene luchtverkeersleiding boven Nederland. We vliegen over Zeeland richting de kust van België. De zon staat nog laag en de lucht is heel rustig: echt genieten! Van dit moment droom ik al zo lang!
Voordat we het gecontroleerde Belgische luchtruim binnenvliegen, luisteren we de ATIS uit. Dit is een systeem dat automatisch relevante informatie weergeeft over het betreffende luchtruim. Deze informatie geeft geen bijzonderheden. Boven de Westerschelde nemen we afscheid van de Nederlandse verkeersleiding en vragen we de Belgen toestemming hun luchtruim binnen te komen en daarna te klimmen naar ruim 2 km hoogte. Boven Zeeland kan dit niet, maar boven België verandert er van alles en kan het wel.

De vriendelijke verkeersleiders van ‘Oostende Approach’ geven ons toestemming hun luchtruim binnen te vliegen en kort na het passeren van de grens krijgen we instructies de kust te volgen en te klimmen naar Flight Level 065 (6500 voet). Zo hoog ben ik nog nooit geweest en op deze hoogte wordt er met ‘flight levels’ gewerkt. Deze zijn standaard en voor westgaand, visueel navigerend verkeer zijn bijvoorbeeld levels 045, 065 en 085 aangewezen. Naar het oosten is dat 055, 075 en 095, zodat er altijd ruimte tussen kruisend verkeer aanwezig is.
We worden over parachutisten geleid die onder ons door vliegen, langs beschermde gebieden en we passeren mooie kustplaatsen. Boven zee hangt een behoorlijke laag vocht en de gigantische windmolenparken verdwijnen in de verte. De motor en Martin snorren tevreden, het is stil op de frequentie en we zijn echt aan het genieten! De buitenlucht is op deze hoogte zo’n 13 graden en de cabine heeft een comfortabele temperatuur. Na een tijdje wordt de stewardess geactiveerd en krijg ik een heerlijke mueslireep aangereikt, wat een luxe!
Na ongeveer een uur vliegen worden we de Franse grens over geleid: weer ander luchtruim, andere procedures en vooral een ander accent op de radio. In dit type luchtruim kunnen we eigenlijk doen wat we willen en krijgen we vluchtinformatie van ‘Lille Information’.
De daling en landing
We passeren Calais en besluiten de daling in te zetten.
Ik bekijk de laatste weerupdates, vogel uit welke baan er gebruikt wordt en bekijk de bijbehorende aanvliegroutes. Deze bespreek ik allemaal met Martin voor zowel mijzelf als hem, en ik meld me bij de toren van Le Touquet.
De standaard aanvliegroute leidt ons langs de kust en we dalen steeds verder. Ik werk de nodige checklists af en visualiseer de hele nadering en landing. Op meer dan 10 km afstand krijgen we van de verkeersleider, met het sterke Franse accent, al te horen dat we ‘nummer 1’ voor de landing zijn en dat we de baan rechtstreeks mogen naderen. We vliegen laag over een drooggevallen wad, waarbij we de naastgelegen bebouwing ontwijken. De bijna 2 km lange baan ligt stil voor ons. We krijgen toestemming te landen en ik zet het vliegtuig subtiel en precies op het juiste punt op de baan. Fijn!
We krijgen de instructie om te parkeren ‘in front of the touweeeeuuuurrr’ en nadat we voor de toren staan, schakelen we de motor uit en kunnen de headsets af. Wauw! Ineens, na 1 uur en 20 minuten vliegen staan we daar: Frankrijk. Stiekem ben ik best een beetje trots; wat voelt dit goed!


Het verblijf
Na de nodige selfies voor de aankomst- en vertrekhal lopen we naar binnen. Daar zitten drie Franse douaniers verveeld voor zich uit te staren. Na het zien van de paspoorten worden we doorgelaten en komen we in de ‘terminal’ terecht. Hier rekenen we de landing af en huren we twee rammelende fietsen voor de dag. Martin ziet ondertussen allerlei flessen wijn in het winkeltje staan, dus ik trek hem gauw mee en we fietsen door de aankomsthal (wat best leuk is) naar buiten.
Ik heb Martin eerder gevraagd om de reisgids te spelen wanneer we er eenmaal zijn en hij neemt die rol goed op zich. Na ongeveer 2 kilometer fietsen langs prachtige huizen en tussen de naaldbomen door zijn we er: de Franse kust! We besluiten de eerste beste strandtent op te lopen en om half elf drinken we de smerigste cappuccino die we ooit op hebben.

We besluiten het centrum te verkennen en worden verrast door mooie gebouwen en de vele winkeltjes. Het wordt steeds warmer en drukker en omdat onze buikjes al rommelen, besluiten we te gaan lunchen.

We komen terecht op het terras van een leuk ingericht restaurant, waar Martin een paar wijntjes neemt en ik het bij water hou. Na de lunch blijken de meeste winkels inmiddels gesloten en besluiten we langs de kust richting het nabijgelegen natuurgebied te fietsen. Het is ondertussen 28 graden maar gelukkig steekt de wind ook op, die ons de nodige verkoeling geeft.

Uiteindelijk nemen we afscheid van het schilderachtige stadje en rond 5 uur komen we terug op het vliegveld. Daar zoekt Martin nog een paar flesjes wijn uit, die we in een ‘motorolie’-doos terug naar het vliegtuig dragen. De douane kijkt nieuwsgierig waar al dat gerammel en gerinkel vandaan komt wanneer we hen passeren. Ook de toeschouwers die achter het hek vliegtuigen staan te kijken, zien ons met deze doos en verbrande gezichten richting het vliegtuig wandelen en moeten lachen.

De terugvlucht
De terugvlucht verloopt net zo voorspoedig als de heenvlucht. De wolkenbasis ligt nu iets lager, waardoor we ook lager vliegen en zo beter kunnen zien hoe het heuvelachtige landschap langzaam plaatsmaakt voor de platte weilanden en het vele water van Nederland. Een ander voordeel is dat de tegenwind op deze hoogte minder sterk is dan in de hogere luchtlagen.
Boven Nederland aangekomen vraag ik Martin of hij wil voelen hoe het is als het vliegtuig ‘overtrekt’ en uit de lucht begint te vallen. Dit doe ik een keer en het valt hem heel erg mee. Weer een ervaring rijker en wat nog prettiger is, is dat Martin hierdoor nog comfortabeler in het toestel zit.
Na anderhalf uur vliegen horen we het gepiep van de banden, die zachtjes (maar net iets voor het beoogde landingspunt) het asfalt van de baan raken. Nadat de motor is uitgeschakeld rijden we het vliegtuig de hangar in en maken we deze schoon.
Na het invullen van het logboek en een koud drankje is het tijd om in de auto te stappen en naar huis te gaan. De vermoeidheid slaat toe en na een lange, maar heel bijzondere dag ploffen we op de bank.
Even het Franse zand onder onze tenen voelen, het dorp bekijken, lunchen, wijn kopen en weer terug.
Wat een dag is dit geweest…. wauw!

Geen reacties